Fossiel van de maand: Een bijzondere fossielen vindplaats in Brazilië
Door Henk Vink
In dit “fossiel van de maand” artikel wil ik jullie meenemen naar een bijzondere streek in het noordoosten van Brazilië. Om precies te zijn naar het grens gebied tussen de Braziliaanse staten Ceara en Pernambuco.
Om het gebied beter te leren kennen even een stukje (vaderlandse) geschiedenis.
Een groot deel van het noordoosten van Brazilië stond van 1630 tot 1654 onder Nederlands bewind en werd toen ook wel Fernambuco genoemd. Johan Maurits van Nassau-Siegen liet er een fort bouwen, de basis van het huidige Recife, de hoofdstad van de staat Pernambuco, nu met 1,5miljoen inwoners. Ook heeft hij getracht het gebied te kolonialiseren door middel van het opzetten van suikerplantages. Onder andere door gebrek aan mensen met kennis van de suikerriet-teelt was dit gedoemd te mislukken.
Een goed georganiseerde opstand leidde uiteindelijk tot mislukken van de hele onderneming. Er kwam een einde aan de Nederlandse bemoeienis en het door de WIC gestichte fort Schoonborch (het tegenwoordige Fortaleza, hoofdstad van de staat Ceara met 2,5 miljoen inwoners) werd door de Portugezen overgenomen.
Bijzondere fossielenvindplaats
Recente informatie over de vindplaatsen en de fossiele vondsten is moeilijk te vinden. De voor mij toegankelijk informatie dateert uit 1985 en staat beschreven in het Duitstalige tijdschrift Documenta naturae nr. 26, waarin tevens informatie gegeven wordt over de reden van het gebrek aan informatie. De fossielen worden namelijk veelal gedolven door de plaatselijke bevolking, door delvers die door armoede worden gedreven en de vondsten direct verhandelen. Op die manier genereren zij dan extra inkomen. Een groot nadeel hiervan is dat heel veel fossielen nooit professioneel onderzocht en beschreven kunnen worden.
Al in 1978 zag men dit probleem in en van staatswege werd de export van deze fossielen verboden. Illegaal of niet, de handel ging gewoon door en de prijzen liepen snel op. Of het uitvoerverbod nu nog bestaat weet ik niet, maar in elk geval zien we op beurzen en via internet nog altijd veel aanbod van vooral vissen uit dit gebied.
Het grensgebied tussen de beide staten
Op de grens ligt een enorme hoogvlakte, die plaatselijk bekend staat als Chapada do Araripe, met een oppervlakte van 160 X 50 km. De lagen waaruit deze hoogvlakte is opgebouwd bedragen totaal tussen de 700 en 900 meter. Het geheel is gevormd uit afzettingsgesteente en rust op een basis van kristallijn gesteente. Een deel daarvan, met een dikte van 200 m, is de Santana Formatie.
Deze formatie is opgebouwd uit verschillende kustafzettingen met gelamineerde kalksteen met gefossiliseerde vissen, zandsteen en kleisteen. De formatie is ontstaan in het Onder-Krijt tijdperk; het Aptiën en Albiën. Deze zijn zo’n 80 miljoen jaar oud. Het is een van de grootste en rijkste vindplaatsen van visfossielen ter wereld. De kwaliteit van de visfossielen is uniek en uitzonderlijk. Als belangrijke fossielen vindplaats was het al halverwege de 19de eeuw bekend.
Over de fossilisatie kunnen we het volgende zeggen; het komt zelden voor dat vissen tijdens het fossilisatieproces hun schubben, kaken en vorm gaaf behouden. Op de vissen van deze vindplaats is dat echter wel het geval. De theorie is dat dit door een natuurlijk proces van conserveren komt. Het zou gaan om het “pekelen”, miljoenen jaren later hebben onze vissers dat conserveren overgenomen.
135 Miljoen jaar geleden
Aan het begin van Krijtperiode was het Santana Formatie gebied een uitgestrekte lagune die het water van talrijke riviertjes kreeg aangevoerd. Door stijging van de zeespiegel stroomde de lagune steeds vol met zout zeewater, waar door de verdamping het zoutgehalte in het water opliep tot onleefbare hoogtes. Zo ongeveer 110 miljoen jaar geleden slibde de lagune langzaam dicht.
Vissen en andere dieren die vanuit riviertjes in de lagune terecht kwamen werden als het ware gepekeld en bedekt met slib. Omdat het water toen heel rustig geweest moet zijn en ook aaseters niet konden overleven, bleven de “lijken” volledig intact. Ongeveer 30 soorten fossiele vissen zijn er gevonden. We vinden ze nu in een soort “steenbroodjes”.
Vliegende reptielen
Zeer talrijk is de kleine haringachtige Dastilbe elongatus van ongeveer 10cm lengte. Ook vissen van meer dan een meter lengte komen veelvuldig voor. Haaien en roggen zijn daar geen zeldzaamheid. Ook veel andere fossielen komen we in deze formatie tegen; kreeftachtigen, insecten, mosselen, oesters, vele soorten slakken en planten. Veelvuldig komen diverse soorten pijnbomen voor, zoals coniferen.
Het is tevens de vindplaats van grote reptielen zoals krokodillen en schildpadden. Zeer indrukwekkend is de Pterosaurier, dit waren enorme vliegende reptielen met een spanwijdte van meer dan 6 meter. Vele soorten zijn daar gevonden en een ervan is in Nauralis in Leiden tentoongesteld.
In 1992 kwamen er verschillende blokken steen met daarin botresten vanuit Brazilië in Leiden aan. Het prepareren duurde ongeveer 1 jaar en toen bleek dat een grote hoeveelheid mooie botten tevoorschijn waren gehaald, in totaal 69% van het enorme reptiel. Ontbrekende botten zijn de halswervels en een vleugel. De kop is grotendeels compleet. Omdat het om een nieuwe soort ging, moest er ook een naam bedacht worden. Dat werd uiteindelijk ”Maaradactylus spielbergi”, naar Steven Spielberg, regisseur van Jurassic Park.
Gebruikte informatie
- GREGOR, H.-J. & MAISCH, G. Die fossielen Fische aus der Kreide Brasilens (Araripe). Documenta naturae nr. 26 München 1985
- Wikipedia Internet encyclopedie.
- Verschillende Folders van handelaren